of aendachtige meditatie op de tusschenkomst des Heeren. Het heeft wel iets van eene berijmde predikatie met veelvuldige onderdeelen, gelijk toenmaals in den smaak viel; doorspekt met gebeden, die men thans niet gaarne zou uitspreken. Het is op den zelfden toon gestemd, als alles wat in die Geestelijcke Specerijen voorkomt, zoo dat wij huiveren er iets uit mede te deelen, te meer daar wij later nog wel den een' of anderen zullen moeten aanvoeren, wier namen in het gemelde werk voorkomen. De spreuk waarmede Kompas zijne rijmen onderteekende, was: Altydt aendachtigh.
J.C.K.