Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 323] [p. 323] [N. Klinge] Klinge (N.) leverde in Klio's kraam een Troost-rijm aan Upke Witsema en Sebilla van Griethuysen, op het afsterven harer dochtertje beginnende dus: Toen d' aghte zoon des Betlemiters En septerstut van Judas stam, Badzebaas kindt ('t wijf des Hetiters) Zag smooren in een doden vlam! Keerd' hi zijn ziel tot Godt, met bidden, smeken, vasten, Om zoo zijn lendenspruit van dat gevaar t' ontlasten. S. Vorige Volgende