Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 209]
| |
[Christiaan Frederich Haug J.U.D.]Haug (Christiaan Frederich) J.U.D., waarschijnlijk een broeder van L.F.C. en J.C.F. Haug, uit het Wurtembergsche afkomstig, van wie levensschetsen voorkomen in het Aanhangsel op het Woordenboek van Kunsten en WetenschappenGa naar voetnoot1. Christiaan Frederich, was lid van den vriendenkring, welke onder de zinspreuk: Kunst door vriendschap volmaakter eenige dichtvruchten uitgaven. In de vierde verzameling vinden wij van hem een paar puntdichten, die niet onverdienstelijk zijn, gelijk: Onze goede vroome Hoen,
Wat ook de nijd verzint,
Wordt niet moê van wel te doen,
Om dat hij - niet begint.Ga naar voetnoot2
Op het krijgsberigt van zekeren Generaal.
Gij laat in dezen slag, van 's vijands legerschaar,
Dus luidt uw krijgsbericht, 'er duizend nedervellen,
En wilt voor uw verlies een' kleinen vinger tellen:
Verbazend zeldzaam klinkt die groote wondermaar';
Doch gij zoudt zoo verwaand niet snappen,
Mogt slechts de kleine vinger klappenGa naar voetnoot3.
J.C.K. |