Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Hendrik Arent Hamaker]Hamaker (Hendrik Arent), geboren te Amsterdam den 21 Februarij 1789, was een der grootste Oostersche taalgeleerden die Nederland ooit gehad heeft, in welk vak van wetenschap hij, eerst aan het Athenaeum te Franeker en later aan de Hoogeschool te Leyden, eenen leerstoel bekleedde, op welke laatste | |
[pagina 201]
| |
plaats hij den 7 October 1835 overleed. Hij bespeelde nu en dan ook de Nederduitsche lier, en met welk een goed gevolg hij dit deed, kan men zien uit het hier volgende dichtstuk: Aan Professor M. Tijdeman, bij de gelijktijdige promotie van drie zijner zonen, den 8 November 1822. Hoe! rijst op nieuw de aloude tijd
In hellen luister voor mijn' geest,
En staar ik met verbaasden blik
Op Hella 's juichend heldenfeest!
Wie is die grijsaard, wiens gezigt
Nog tuigt van onbezweken kracht;
Die rust op Zonen zijner waard,
Wier roem van hem zijn zegen wacht!
Zijt gij het! vader van het kroost,
Dat eens den palm der glorie won;
Diagoras, wiens heldenarm
Geen fiere strijder buigen kon?
Zijt gij het, die op éénen dag,
D' olijfkrans drukte op beider hoofd
In Elis stuivend worstelperk,
Den mededinger stout ontroofd?
Zijt gij het, die van elk vereerd,
Van Hella's ed'le jeugd omringd,
Nog luistert, hoe na menig eeuw,
Het nageslacht uw glorie zingt?
Neen, mijn Vrienden! 't zijn slechts droomen der van vreugd verrukte ziel!
't Is geen Grieksch, maar Hollandsch Vader, wien dat heil te beurte viel!
Holland geldt het,
Holland meldt het,
Wat hier oog en harten treft;
Holland hoort den Vader juichen, die zich op zijn zoons verheft!
Daar een enkle dag aan allen meer geluk en glorie schonk
Dan er ooit in Elis dreven voor den stouten worstlaar blonk.
| |
[pagina 202]
| |
Leyden kroont hen,
Leyden loont hen,
Leyden zegent 's Vaders lot!
En de Vader brengt demoedig 't offer van zijn dank aan God!
Sterf! riep eens de zoon van Sparta, sterf o held Diagoras!
Als of sterven in de vreugde 't zaligst lot van 't leven was:
Maar wij roepen en wij wenschen: Leef o Vader Tydeman!
Leef! zoo lang het aardsche leven u nog heil verschaffen kan,
En slaap eerst na lange jaren, in den arm van uw gezin,
Voor den hemel, uwer waardig, voor een ed'ler wereld in Ga naar voetnoot1!
|
|