Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Margaretha Godewyck]Godewyck (Margaretha), de dochter van Pieter van Godewyck, Conrector der Latijnsche scholen te Dordrecht, en ook door onzen voorganger als dichter vermeldGa naar voetnoot1, tokkelde met goed gevolg de | |
[pagina 177]
| |
snaren en verdiende hier wel eene uitvoerige behandeling. Bij het bezit van eene keurige verhandeling over haar van den Chaamschen Predikant SchotelGa naar voetnoot1, kunnen wij hier echter kort zijn. Zij, die geboren werd te Dordrecht, den 30 Augustus 1627 en aldaar den 2 November 1677 overleed, was eene dichteres van geene verdiensten ontbloot, die bij uitstek zinrijke en krachtige verzen geleverd heeft, waarvan echter sommigen door gezwollen winderigheid ontsierd, anderen eenigzins flaauw en prozaïsch zijn. Van hare beste stukken vindt men voorbeelden door den Heer Schotel aangehaald. Wij deelen hier het Klinkdicht mede, dat zij vervaardigde Op de Naukeurige Beschryvinge van Dordrecht, door den Vermaarden Matthys Balen. Ai! zie hoe d' Oudste Zon van Bato schiet haar Stralen:
Zy toond haar Morgenstond, en schittert ons in 't oog;
Wie voerd de Stroom-Godin ten Hemel-waard zoo hoog?
Den Phoenix van'er Stad, den Schrandre, en Dappren Balen,
't Zy dat Hy Rijmen vormt, of heerlijk af gaat malen,
In On-rijm Stads-bestier, 't is of zijn Veder vloog,
En, met het Strijdbaar Volk, d' onwinbre Stad uyttoog,
Om 't Heyr van Hertog Jan, en Gwye, t'achterhalen.
Hier bloeyt het OudeRecht van Roomens eerste Staat
Waar in den Burger-stant, te zamen metten Raat:
Het Vrye Volk Bestiert, en zijn als Marm're stutten:
Waar door den Godsdienst, en de Vryheyd word geplant,
De Vrede weer hersteld, de Tweedracht uyt het Land
Geweert, om Thurendrecht voor onheyl te beschutten.
|