Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 62]
| |
[C. van Eecke]Eecke (C. van), niet te verwarren met den schrijver der Koninklijke Harpliederen, die zich Van Eeke schreef is de vertaler van een Latijnsch Zededicht Vale mundo, ofte Noodinge tot de Broederschap Christi, dat hij, in 1684 teAmsterdam, in klein 120, nevens eenige stichtelycke gezangen, in het licht gaf. De verzen van het zededicht zijn niet vloeijend en niet meer dan berijmd proza; of ze aan het oorspronkelijke getrouw zijn, kunnen wij niet nazien. De stichtelijke gezangen zijn niet beter, men hoore de aanvang van het Avond-Gezangh: De gulden sonn' (de wereldkeers) is onder
Dus wordt ons aerdryks deel
Gansch overdeckt met donkerheid, want sonder
Dat groote Licht, waer' 't heel-
Al duyster. Waerom wij ons nu begeven
Ter ruste, doch alvoorens, moet
Een yder vallen Hem te voet
Die 't al doet levenGa naar voetnoot1.
R.A. |
|