[Justus Gerardus Swaving]
SWAVING (Justus Gerardus), den 6 Julij 1784 te Naarden geboren, zou eerst voor predikant worden opgeleid, doch daarin geen lust hebbende ging hij in zeedienst, raakte met de overgave der vloot van Story in Engelsche gevangenschap en ging op de Oranje-vloot over. In 1801 in Nederland gevangen genomen, werd hij kort daarop ontslagen en als klerk op het bureau van Conversie der Nat. Schuld te 's Hage aangesteld. Van daar ging hij naar W.-Indië, werd er planter en trad er in 't huwelijk. Na den dood zijner vrouw wilde hij naar Engeland, doch kwam na allerlei lotgevallen te Santa-Cruz, ging van daar naar New-York, een schip dat hij naar W.-Indië bevracht had, leed schipbreuk bij St. Domingo. Kort daarop leed hij nogmaals schipbreuk op de Bahama-eilanden, kwam in Indië terug, verkocht zijne plantagie en werd winkelier. Nu ging hij falliet, trok naar Baltimore, waar hij weder gevangen werd, ontsnapte in 1812 en keerde naar Nederland terug, leed schipbreuk op de kust en werd als smokkelaar gevangen genomen. In vrijheid gesteld, nam hij dienst onder de gardes d'honneur van Napoleon, desserteerde in Beijeren, werd tot 2e luitenant bij het Oranje-legioen aangesteld en ging als kwartiermeester naar Delft. Daar werd hij weder gearresteerd, ontvluchtte in de kleederen zijner vrouw (eene Belgische dame), kwam in Engeland en reisde van daar naar de Kaap de Goede Hoop, waar hij translateur van het geregtshof te Kaapstad en later officier van justitie werd. Hij overleed den 26 Jan. 1835.
Hij heeft verschillende werken geschreven en onder deze zijn:
Reizen en lotgevallen. Dordr. 1827.
Offer aan de lijdende onschuld op zijne vlugt uit Delft, zijnde een uittreksel van zijne militaire loopbaan. Dordr. 1827.
Tienjarige militaire loopbaan. Dordr. 1830.