[Mr. Anthony Gerard Alexander Ridder van Rappard]
RAPPARD (Mr. Anthony Gerard Alexander Ridder van), zoon van Carl Paul Georg van Rappard en Maria Anna van der Hoop, werd den 5 October 1799 te Utrecht geboren, ontving een uitnemende verstandelijke en zedelijke opvoeding, studeerde in de regten, nam in 1815 vrijwillig de wapenen op en verkreeg in 1824 het doctoraat in de regten, na verdediging eener dissertatie sistens doctrinam codicis civilis de conventionibus, quas inierunt minorennes. Hij vestigde zich als advokaat te 's Hage, doch reeds in het volgende jaar werd hij commies en in 1831 referendaris bij de administratie voor onderwijs, kunsten en wetenschappen. In 1838 benoemde hem Koning Willem I tot griffier der staatssecretarie, in 1840 werd hij directeur van het kabinet des Konings en kort daarna secretaris van den Raad van Ministers. In 1854 werd hij tot minister van de zaken van den Hervormden Eeredienst benoemd, en in 1856 gedurende de ziekte van den minister Simons tot interimminister van Binnenlandsche Zaken. In 1859 als zoodanig ontslagen, werd hij benoemd tot minister van Staat en president-curator van de Hoogeschool te Utrecht. Gedurende zijn verblijf te 's Hage was hij een der ijverigste leden der vereeniging tot beoefening der geschiedenis en oudheden van 's Gravenhage. De tweede aflevering der door de vereeniging uitgegeven Mededeelingen in 1862 uitgekomen, bevattende zijn stuk, getiteld: De 's Gravenhaagsche buurten of buurtvereenigingen is geheel van hem. Ook schreef hij vroeger verschillende dagbladartikelen. Hij overleed den 1 April 1869.