verworven. Onderscheiden geschriften, allen getuigen van zijn helder hoofd en van zijn warm godsdienstig hart, hebben hem een naam bezorgd in de godgeleerde wereld. Wij kunnen hier geen overzigt geven van zijnen wetenschappelijken arbeid, maar willen echter niet onvermeld laten, wat uit zijn eersten tijd dagteekent, als zijn werk over het Protestantsch leeraarsambt, dat met zorg naar Hussel voor Nederland bearbeid, lang als het beste handboek voor praktische theologie in onze taal gegolden heeft. Behalven vele andere werken over godsdienst en godgeleerdheid deels oorspronkelijk, deels uit andere talen overgebragt, getuigt een tal van stukken in het tijdschrift Waarheid en Liefde van zijne veelzijdige wetenschap en van zijn christelijk geloof. Zijn laatste arbeid eene voortreffelijke verhandeling was over Gebedsverhooring. Van het gezelschap dat gezegd tijdschrift uitgaf, was hij voor ruim 30 jaren medeoprigter en sedert dien tijd een volijverig werkzaam lid.
Ook in verschillende kerkelijke besturen heeft hij zich jaren lang verdienstelijk gemaakt. In de laatste jaren herhaaldelijk tot de Synode geroepen, waar hij o.a. aan het verzamelen van den nieuwen bundel Evangelische Gezangen een werkzaam aandeel heeft gehad, heeft hij ook de Synodale vergadering als vice-president bijgewoond, hoewel de opkomende ziekte reeds in zijn ligchaam huisde; hij kwam van 's Hage met moeite huiswaarts en bezweek doodelijk afgemat weinige dagen later.