en Parmenides, het tweede den Empedocles. De afzonderlijke titel is: Xenophanis (Parmenidis, Empedoclis) carminum reliquiae. De vita ejus et studiis disseruit, fragmenta explicuit, placita illustravit S.K.
Introductio in Historiam Universalem, praecipue antiquarum gentium, Scholis Academicis accommodata. Traj. ad Rhen. 1849.
De Historiae Romanae antiquissimae indole et auctoritate, deque primis Romae regibus. Trai 1849.
Excepta e veteribus Poetis Graecis Lectionum in usum descripsit et animidversiones criticas adjecit S.K. Traj 1856.
Over Palingenesis en Metempsychosis. Amst. 1846.
Over de Orestie van Acschylus, over Rome in de eerste eeuw van het Keizerrijk in Letterk. Maands. 1849; Mengelw. bl. 305 volgg.
Blik op de Monumenten van Aegypte en de resultaten daaruit voor de Geschiedenis afgeleid. in Letterk. Maands. Jan. 1852.
Quintus Haratius Flaccus. Tray 1861.
Prof. S. Karsten, Quintus Horatius Flaccus. Ein Blick auf sein Leben, seine Studien und Dichtungen. Aus dem Hollandischen übersetzt und mit Zusetsen versehen von Prof. Dr. Mor. Schwach. Leipzig.
In October en November 1860 gaf Karsten twee verhandelingen over de redevoering van Cicero voor Roscius, die in de werken der Akademie (1863 4o.) zijn opgenomen.
Eiudelijk werd in 1864 in de Verslagen en Mededeelingen VIII eene voortreffelijke verhandeling van Karsten opgenomen over het lied van Horatius ad Angubtum. Carm. 1, 2.
Zie Levensber. d. Maats. v. Lelterk. 1865; Prof. J.A.C. Rovers in Utr. Stud. Alm. van 1865; Jaarboek. der Kon. Acad. 1864, 124; Spectator Mei 1864; Andales Acad. Rh. Traj. 1864. met een voll. lijst zijner schriften.