[August Heinrich Hoffmann van Fallersleben]
HOFFMANN VAN FALLERSLEBEN (August Heinrich) verdient vermelding, dewijl hij zich verdienstelijk heeft gemaakt omtrent onze taal- en letterkunde. Hij werd den 2den April 1798 te Fallersleben in het Mecklenburgsche geboren en bezocht in 1821 ons vaderland om zich bekend te maken met de overblijfselen onzer Middeleeuwsche letterkunde, waarvan hij een uitstekend beoefenaar was. Later bezocht hij ons land ten tweede male. Hij was sedert 1830 buitengewoon en sedert 1831 gewoon hoogleeraar te Breslau, doch werd in 1842 wegens zijne liberale beginselen van zijn post ontzet. In 1860 was hij bibliothecaris der bibliotheek van het vroegere Benedictijner klooster te Corvey aan den Wezer, waar hij den 19 Januarij 1874 overleed.
Aan zijn verblijf in Holland danken wij zijne Horae Belgicae, 12 d. Breslau en Leipzig 1830-1862, inhoudende:
Uebersicht der mittel-niederlandischen Dichtung, Hollandische Volklieder (van deze verschenen een 2e uitgave in 1857 en 1858).
Floris ende Blanchefloer, Carel ende Elegast, Lantsloot, ende die scone Sandryn, Renout ende Montalbaen (1837), Abel Spelen, Glossarium Belgicum (2e dr. 1856); Altniederländsche Lieder des XV Jahrhunderts (1854); Antwerpener Liederbuch von 1544 (1855); Bruchstücke mittelniederländischen Gedichte, nebst Loverkens (1862).
Unpolitische Lieder. Hamb. 1840.
Alemannische Lieder nebst Wörterklarung und einer allomi Grammatik. Mannheim.
Greyslaer, a Romance of the Mohawk. New-York 1840. 2 dl.