[Herman Christiaan van Hall]
HALL (Herman Christiaan van), zoon van Mr. Maurits Cornelis van Hall en Elisabeth Christina Klinkhamer, werd den 18den Augustus 1801 te Amsterdam geboren, bezocht de Latijnsche school en het Athenaeum aldaar, en maakte, na volbragte propadeutische studiën, de genees- en natuurkunde tot de hoofdvakken, aan welke hij zich sedert 1819 ook te Utrecht wijdde.
De Botanische en Landhuishoudkunde waren, onder leiding van Prof. Jan Kops, zijn meest geliefkoosde wetenschap. Tweemaal werden zijne antwoorden op de prijsvragen:
Elaboretur historia et in ea accurata descriptio viginti ad minimum plantarum, in qua singulae partes ad legem regalarum a Linnaeo in Philosophia Botanica proposita, atque a Wildenowo emendatarum, sunt defi[...]iendae, en Conficiatur brevis enarratio systematum Botanicorum quae inde a Caesalpino usque ad Linnaeum inprimis inclaruerunt. Addatur expositio prastantiae systematis sexualis Linnaei, qua non tantum perspiciatur quibusnam in rebus praecedentis systemata superavit verum etiam quaenam ipsi desint, atque impediant, quominus perfectum dici possit (1819-1820), te Leiden en te Utrecht bekroond. Een jaar later verdedigde hij een specimen botanicum exhibens synopsin graminum indigenarum, deed in 1822 eene wetenschappelijke reis door Duitschland en Frankrijk, en verkreeg in 1828, te Leiden teruggekeerd, na verdediging eener dissertatie de Stethoscopii in morbis pectoris usu den doctoralen graad.
Hij zette zich als praktiserend geneesheer te Amsterdam neder, werd, na het overlijden van Prof. Uilkens, hoogleeraar in de Botanie en Landhuishoudkunde te Groningen en aanvaardde den 12den April 1826 deze post met een inwijdingsrede over het belang dat er voor den landbouw gelegen is in de kennis der natuurlijke historie van het vaderland.
Van Hall was lid van vele in en in buitenlandsche genootschappen, Ridder van de orde van den Nederl. Leeuw en Kommandeur van die der Eikekroon. Hij huwde Maria Anna van Schermbeek, die hij in 1863 verloor, hem onderscheidene kinderen nalatende. Hij overleed
Zijne voornaamste schriften zijn: