tijdperk over de vervallene Friesche letterkunde en vonden zijne geestige verzen en liederen even als zijne karakteristieke prozastukken grooten bijval.
Na een tijd lang te Leeuwarden gewoond te hebben, overleed hij te Grouw den 22sten Maart 1858, kort na de voltooijing van zijn laatste geschrift: de Jonkerboer, dat werd uitgegeven door zijn vriend W. Eekhoff, die eene levensbeschouwing van den gevoelvollen dichter er voor plaatste en verscheidene verspreide stukken daarachter.
In 1875 bragten de Friezen eene openbare hulde voor zijne verdiensten door het plaatsen van een gebeeldhouwd borstbeeld in den gevel van zijn geboortehuis.
Part. berigt.