[Jan Willem Grim]
GRIM (Jan Willem), zoon van Johan Wilhelm Grim of Grimm en Maria Elisabeth Birn, geboren 16 December 1793 te Dordrecht, studeerde te Leiden in de geneeskunde en werd 29 November 1815 dokter in de geneeskunde, vestigde zich te Dordrecht, doch legde de praktijk neder en gaf zich over aan de beoefening der Klassische Letterkunde, waarin hij den doctoralen graad te Leiden behaalde den 27sten Januarij 1837, na het verdedigen eener dissertatie de Luciani Charonte.
Na eenigen tijd privaat onderwijs gegeven te hebben, werd hij Corrector aan het Gymnasium zijner geboortestad, bedankte voor het rectoraat na het vertrek van Dr. Fenema, en bleef de klassieke letteren tot zijn dood toe beoefenen. Hij was even scherpzinnig als geleerd, doch gaf behalve de genoemde dissertatie slechts twee oratien in het licht: de civitate reipublicae literarum en de P. Syri sententia ‘Nimium altercando veritas amittilur’ en eene Prolusio Scholastica de Scoliis Graecorum. Hij was gehuwd met Catharina Adolfina Schot.
Hij overleed te Dordrecht den 16den Junij 1877.
Part. berigt.