dat bewind en moesten zij daarom veel verduren en vele gevaren doorstaan.
Onder anderen werd zijn jongste zoon Mr. Dirk Donker Curtius, ofschoon reeds bij plaatsvervanging in de fransche legers dienende, geroepen in persoon onder de zoogenaamde Eeregarde van den franschen Keizer Napoleon te dienen.
Op de volgehouden weigering hadden er hevige tooneelen plaats tusschen den prefect de Stassart en Donker Curtius, waarvan een gevolg was dat Donker Curtius in 70 jarigen ouderdom genoodzaakt was zich te Parijs te komen verantwoorden, waar de Keizer zijne regtvaardiging aannam en hem zelfs in den adelstand verhief met den titel van Baron. In November 1813 werkte Donker Curtius met den Graaf van Hogendorp tot afschudding van het juk en stemde voor de adbaesi van het hof aan de toen ondernomen bevrijding van de fransche overheersching.
Hij werd dan ook door den Souvereinen Vorst der Nederlanden benoemd tot lid der Commissie, aan welke opgedragen werd de aanwijzing der Notabelen aan welke de ontworpen grondwet ter goed- of afkeuring zou worden voorgesteld, en na de instelling der Ridderorde van den Nederlandsche Leeuw, werd hij ook met die ridderorde vereerd.
Hij stierf te 's Hage den 6 Febr. 1832 als kamerpresident van het Hoog Gerechtshof.
Part. berigt.