[Charles Theodoor Jean Baron de Constant Rebecque]
CONSTANT REBECQUE (Charles Theodoor Jean Baron de), tweede zoon van Jean Victor, den 16den September 1805 geboren ontving zijn eerste opleiding te Vaassen en werd, na zijne studiën te Leiden volbragt te hebben, den 17den Junij 1829 als doctor in de beide regten gepromoveerd en reeds den 20sten September daaraanvolgende benoemd tot commies van staat, in welke betrekking hij den 8sten October 1829 bij de Tweede Kamer werd gecommitteerd. Bij het uitbreken der onlusten in Belgie, trok hij als schutter bij het 1ste bat. 1ste afd. 's Gravenhaagsche schutterij uit, werd vervolgens als 1ste luitenant honorair bij de generale staf geplaatst en nam als zoodanig deel aan den tiendaagschen veldtogt. Door den chef van de staf bij Bautersen naar den prins van Oranje gezonden, om dien te verwittigen dat de vijand een batterij op de straatweg opstelde, die de prins opreed, hield hij dezen staande, waardoor gelukkiger wijze het paard in stede van den vorstelijken berijder getroffen werd. Te midden van het moorddadig vuur dier batterij terugrijdende, wierp de Constant's paard zich verschrikt op den grond, en, zich niet kunnende bewegen, bleef deze gedurende geruimen tijd in die hagehelijke positie aan een kogelregen blootgesteld. De aankomende batterij van den 2den luitenant Fransich redde hem van een wissen dood. Zijn dapper gedrag verwierf hem de Militaire Willemsorde. In het burgerlijk leven teruggekeerd, hervatte hij den dienst als commies van staat en werd als zoodanig (1836) bij de Eerste Kamer gecommitteerd. In 1838-1840 en 1841 werd hij achtereenvolgend referendaris 2 kl., kamerheer des konings in buitengewone dienst en referendaris 1e kl. bij den Raad van State, waarbij hij in 1842 tot secretaris bevorderd werd, welke betrekking hij tot 1865, toen hij op zijn verzoek, schoon noode, zijn ontslag verkreeg, waarnam. Hij was ridder der orde van den
Ned. Leeuw en groot-officier van de Eikenkroon, en overleed den 17den September 1870. Den 12den Oct. 1832 was hij in den echt getreden met Juliana Frederika Baronnesse d'Ablaing van Giessenburg, die hem twee zonen schonk, Victor Carel, geb. 16 Mei 1830, den 11den Mei 1860 als 1ste luitenant der genie gestorven, en mr. Jan Daniel Cornelis Carel Willem, geb. 9 April 1841, den 16den Dec. 1869 gehuwd met Henriette Sara Hora Siccama.
Part. berigt.