Ernst en luim. Poëtische verscheidenheden. Rott. 1836.
De ondergang van Jeruzalem. Dichtstuk. Rott. 1836.
Nederlands verlossing in 1813 herdacht. Feestz. Amst. 1838.
De reis naar Java, dichterlijk tafereel. Rott. 1832.
Feestzang ter inwijding van de nicuwe beurs van Amsterdam. Amst. 1845.
Het Celibaat. Een schets naar het leven. Amst. 1846.
Lied in de lente van 1846. Amst. 1847,
De bededag 2 Mei 1847. Dichtstuk. Rott. 1847.
Herinneringen aon Nederlands verlossing in 1813. Dichtstuk. Rott. 1847.
Proeve van gedichtjes voor kinderen van alle standen. Amst. 1847.
De schipbreuk. Dichterlijk tafereel. Rott. 1847.
Bloemen. Lied.
Olijfbladeren. Evangelische dichtstukjes voor de jeugd. Rotl. 1850.
De jaargetijden. Luim en ernst. Haarlem 1851.
Schetsen en omtrekken. Luimige (Humoristische) dichtstukken. Rott. 1852.
Oost west, 't huis best, poëzy en proza voor de jeugd. Warmond en Amsterdam 1852.
Veertien Photografiën. Wijk bij Duurstede 1854.
Kleine gedichtjes voor jonge kinderen. (5 tientallen.) Rott. 1854-55.)
Een schipbreuk, de loods en de visscher. Drie zeetafereelen. Tiel 1855.
Dichterlijk Mozaik. Alkmaar 1856.
Geïllustreerde album voor de jeugd. Dichtstukjes en gezangen. Rott. 1856.
Gedichten. Amsterdam 1857.
Vaderlandsche Muze. Nieuwe gedichten. Rotterd. 1857.
Kindergedichtjes. (3 stukjes.) Leiden 1858.
Kleine gedichtjes. Leiden 1858.
Stoute jongens en meisjes. Een prenteboek. Leiden 1859.
Versjes en vertelsels voor jongens en meisjes. Amst. 1859.
Nacht en Dageraad of Nederland en Spanje. Dramatisch-Allegor. voorstelling. Amst. 1861.
Bloemen en bladeren geplukt en geschikt. Amst. 1861.
Souvenir. Poëzy voor Hollands schoonen. Leiden 1862.
Zomergroet. Gedichtjes voor de jeugd. Leiden 1862.
Buitenlust. Kleine landelijke vertellingen. Haarl. 1862.
Hij was ook medewerker, onder het psd. Celibatarius, aan het Humoristische Album.
Anoniem gaf hij uit:
Grootvader Peter Kras, praatjes van een oud Zeeman. Rotterdam 1859, en