bij feestvieringen, door redevoeringen enz. bijzonder werkzaam. Ook bij het doofstommen-instituut maakte hij zich te Utrecht van 1817 af, eerst als secretaris, daarna als voorzitter, verdienstelijk. Van Felix Meritis te Amsterdam was hij honorair lid, lid van het collegie van curatoren van het remonstrantsch seminarium, van het provinciaal Utrechtsch genootschap, van de maatschappij van Ned. letterkunde en correspondent der Tweede Klasse van het kon. Ned. instituut.
Velen zijner afzonderlijke verhandelingen en redevoeringen zijn gedrukt en opgenomen in het Mengelwerk der Letteroefeningen en van den Recensent over den Recensenten. Anderen afzonderlijk uitgegeven.
Redevoering ter gelegenheid van het plegtig Nationaal feest, gehouden 19 Dec. 1799, het 5de jaar der Bataafsche vrijheid, op verzoek van den Raad van Gouda.
De kinderliefde van Jezus, geschetst in eene leerrede over Marc. X:13-16. 1798.
Feestrede bij de vervulling van mijne vijftigjarige bediening, in 1844.
In 1797 verscheen zijne Prijsverhandeling Over de oorzaken van het verval in den openbaren eeredienst en de middelen van derzelfs herstel.
Bijbelsche tafereelen, bijzonder tot opscherping van den spreuk en het gevoel voor de Evang. geschiedverhalen. 1802-1805. 2 Dln.
Proeven van christelijke Godsvereering, naar aanleiding van godsdienstige gezangen. 1808.
's Menschen bestemming en pligt in christenleer en christentroost ontwikkeld en op belangrijke onderwerpen toegepast, in kerkelijke redevoeringen. 1817.
Leerredenen ter christelijke viering van den kinderdoop, plegtige toediening van den doop aan bejaarden en openbare bevestiging en inzegening van nieuwe leden der kerk. 1821.
In den tijd der Fransche overheersching, zijn ook van hem verschenen: Woorden van troost voor onze dagen, in Leerredenen.
Ook vertaalde hij uit het Hoogduitsch, Fransch en Engelsch, o.a. St. Clair en Olivia. Utr. 1816.
Zie Jaarl. verslag der Alg. vergad. d. Maats. v. Ned. Letterk. 1848; Boekzaal voor Febr. 1848; Tideman, Rem. Broeders, bl. 69, 77, 258, 299, 376; F.v.T., geschetst als ijverig bevorderaar van het geluk zijns naasten door opvoeding en onderwijs enz., door J.C. Voorduin; Rogge, Bibl. v. Rem. Geschrift. bl. 262.