Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Tweede stuk

[Samuel de Swaef]

SWAEF (Samuel de), broeder van den vorige, ook te Middelburg geboren, was plaatsnijder, drukker, schoonschrijver en, blijkens een Latijnsch eeredicht van Pascasius Turcaeus, ook arts, burgemeester en schoolmeester in het Fransch en Duitsch te Bergen op Zoom.

Hij gaf in het licht:

Specimen artis scriptoriae in usum et commoditatem studiosae juventutis scriptum, caelatum et inpressum. Mid. 1619 fol.

Proefstuck van de schrijfkonste: tot nuttichheyt ende voordeel van de jonghe jeught gheschreven, gesneden en gehedruct door Samuel de Swaef van Middelburg, 1619, fol. langw. form.

Ook heeft hij in plaat gebragt:

[p. 1090]

Begin der schrijfkonste inhoudende de noodwendighste geschriften voor de joucheit ende alle liefhebbers der pennen, geinventeert door Abraham van Overbeque, schoolmeester der stad Domburch, 1620, fol. langw. form.

En gaf in het licht:

Gedichten van verscheyde Poêten (A. Hofferus, J. Cats, J. Scotte en J. de Swaef) beschreven door eenige liefhebbers der Pennen, bij een vergadert, gesneden en uityegeven door S. de Swaef ende H. Lancel, 1628 4^o. langw. form.

Hij beoefende ook de nederduitsche poëzy blijkens zijn Klinckdicht op de diepzinnige Sinnebeelden van Jacob Cats, die ook een puntdicht vervaardigde op zijn Proefstuk der schrijfkonste.

Ook vertolkte hij:

Tractaet Plutarchi van de opvoedinghe der kinderen. Middelb. 1619 fol.

J. Becx teekende en H. Sarragon graveerde zijn portret met een Lat. omschrift en twee Latijnsche bijschriften. Hij was toen (1627) 30 jaren oud.

Zie de la Rue, Gel. Zeel., bl. 99; v.d. Aa, N.B.A.C. Wb.; Cats, Protens of Minned., Werken (uitg. v. Feith), D. X. bl. 241; Kramm; Verwoert; Kobus en de Rivecourt.