voetstappen van zijn vader en was hij hem, volgens het oordeel van bevoegden, niet alleen in grondige en uitgebreide kennis gelijk, maar had zelfs nog meer arabische schrijvers gelezen. Veel geleerde werken bezitten wij niet van zijne hand, maar hoe onvermoeid hij was in de oostersche studiën, getuigen zijne schriftelijke aanteekeningen op een groot aantal werken, die later in bezit van den hoogleeraar van der Palm zijn gekomen. Even als zijn vader drong hij ernstig op het beoefenen van het arabisch en van de verschillende oostersche dialekten aan, en meende als deze, dat men de oostersche taalstudie niet met het hebreeuwsch moest aanvangen. Onder de kweekelingen, die zijne school voortbragt, behooren zijn zoon Hendrik Albert en de hoogleeraar Scheidius.
Dat ook het Nederduitsch in hem een ijverig beoefenaar vond, blijkt uit zijne geschrevene aanteekeningen op Kiliaan, Huydecoper en Hoogstraten's woordenboek. Glasius gewaagt uitvoerig van de kerkelijke twisten, waarin hij gewikkeld werd, zoo als in de zaak van den Zwolschen predikant van den Os en met den dortschen predikant Bareuth over de uitgave der dictaten over den Catechismus van zijn vader. Hij werd den 27 November 1778 door den dood aan de hoogeschool ontrukt.
Hij schreef:
Lijkreden op H. Boerhaave, vert. door J.J.S. Leid. 1739. 4o.
Dissertatio ad loc. Philipp. II:5-11. L.B. 1743.
Sylloge Dissertationum philol. exeget a diversis Scriptor. edit. sub. praes. A et J.J. Schultens et N.G. Schroederi. L.B. et Leov. 1772-1775.
Waarschuuwing op de katechismus-verklaaring van A. Comrie. Leid. 1755. 4o.
Hoognoodig addres aan de faculteit te Utrecht. Leid. 1755. 4o.
Brief aan N. Holtius over den pred. A.v.d. Os. Leid. 1755. 4o.
Antwoord aan J. Doitsma. Leid. 1755. 4o.
Antwoord aan den kerkeraad van Rotterdam. Leid. 1755. 4o.
E. Hollebeek. Redev. over het toen kleinachten der goddelijke openbaring, vert. door J.J.S. Leid. 1769. 4o.
Nieuwejaarsgift aan twee voorstanders der Formulieren. Leid. 1754. 4o.
Briefwiss. tusschen J.J. Schultens en J. Bareuth over de uitg. v.d. Heid. Catechismus. Hierbij behooren: Openhart. brief van een Leidsch student. Twee brieven van een Leidsch candidaat. Recensie der briefwiss. in de Ned. Bibl. alle in 4o.
Dissertt. de utilitate Diall. O.O.L.B. 1742. 4o.
Zijne Bibliotheek is den 18 Sept. en volgg. dagen verkocht. 1780. Zijne hss. komen voor op den Catal. Bibl. J.H. van der Palm 1841, Cat. Libr. mss. qui inde ab anno 1741 Bibl. Lugduno Batavae accesserunt p. 290, en op Cat. der Bibl. v. Ned. Letterk. D. I. bl. 61, 62, D. III. bl. 9.