Beoordeeling van Kennicotts Biblia Hebraica cum variis lectionibus. Oxon. 1776 et seqq. in Bibl. Crit. V. I. § 1. p. 79 seqq.
Verslag van Abulfedae descriptio Aegypti, uitgegeven door Michaëlis, waarbij hij eene beknopte geschiedenis der Arab. letterkunde voegde in P. II. p. 77 seqq.
Beoordeeling van Sal. Glassii Philologia Sacra, accommodata a Jo. Aug. Dathio, van J.C.F. Schulzii Lexicon et Commentarius sermonis Hebraici et Chaldaici, van J. van Voorst, diss. phil. de notabili correctionum Masorethicarum genere. in P. III. p. 121 seqq.
Pars versionis Arabicae libri Colailah wa Dimnah, sive fabularum Pidpai, Philosophi Indi. L.B. 1786.
Na zijn dood bezorgde Schroeder:
Meidani proverbiorum Arabicorum Pars, Arab. et Lat. cum notis H.A. Schultensii. L.B. 1795; Muntinghe: Het boek Job uit het Hebreeuwsch, met aanmerkingen, door H.A.S. voltooid en uitgegeven door H. Muntinghe, Amst. 1794, en door J.P. Berg en K.F. Weidenbacht overgezet in het Hgd. Leipzig 1797, in welk werk hoofdst. 3-29 door Schultens bearbeid is.
Wenckebach bezorgde in 1845 te Leeuwarden de uitgaaf van Drie Redevoeringen van S., over de dichtkunde der oosterlingen; over de bloedwraak en zedeleer der Arabieren; over de natuurlijke geaardheid der Arabieren (eene vertaling zijner rectorale oratie).
Hij schreef ook eene Praef. voor Observationes ad quaedam loca Proverbiorem Salomonis. L.B. 1793. Op verzoek van S. door C.F. Nagel uit het Hgd. van Arnoldi overgezet.
S. voegde bij de nieuwste uitgaaf van Herbelot's Bibliothèque Orientale. La Haye 1777. 4 d. verscheidene vermeerderingen niet alleen van Reiske, maar ook van hem; doch hij had het opzigt niet over de geheele uitgaaf, welker inrichting hem integendeel zeer mishaagde.
Hij vertaalde ook het boekje van Eichhorn, over de letterkundige verdiensten van Michaelis. Leyden 1791. 8o.
Zie Saxe, Onom., T. VIII. p. 389, Te Water, Narratio, p. 235; Juynboll, Or. de Hamakero, (Ann. Acad. Gron. a. 1835-1836) p. 52; Lennepii, Memor. Amst. Athen, p. 205, sq. 217, 263; Valckenaer, Adnot. in Eurip. Hippol., p. 191; Wyttenbach, Praef. ad Bibl. crit., Vol. III. § I. p. 6; Paradijs, Orat. de Ῠυϑαναοιᾳ naturali, et quid ad eam continuendam Medicina valeat p. 13-15; Wyttenbacchius, Vita Ruhnkenii, p. 207, 209; Elogia Tib. Hemsterhusii, etc. de.; Bergmanno, p. 210, 223, 236, 476; Vad. Bibliotheek, V D. no. 12, Mengelwerk, bl. 546, p. 13-15; J. Kantelaar, Lofrede op H.A.S. in het Taal- en Digtlievend Genootschap op den 23 Junij 1794 uitgesproken. Amst. 1794. 8o., met een lat. gedicht van R. van Ommeren, en ook opgenomen in de Redevoeringen en Dichtstukken van Kantelaar, uitgegeven door M