Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Eerste stuk

[Johan Schrassert]

SCHRASSERT (Johan), beroemd regtsgeleerde, werd te Arnhem geboren en liet zich den 7 September 1702 als student te Harderwijk inschrijven. Bijna vier jaar (5 Aug. 1706) later verdedigde hij zijne belangrijke verhandeling de rebus, natura, facto et tempore nullius, waarop hij doctor in de regten werd. Hij vestigde zich te Harderwijk, en bleef vele jaren raad en secretaris dier stad.

Hij gaf in het licht:

Commentatio ad Reformationem Velaviae. Harderov. 1727. 4^o.

Zie Boekz. d. Gel., 1727 a. bl. 539.

Harderricum antiquum ofte Beschrijving van Harderwijk. Harderwijk, 1730. 4^o. 1732. 2 d. 4^o.

Codex Gelro-Zutphanicus of Handboek nevens de stukken en Documenten, behorende tot den Codex Gelro-Zutphanicus. Harderwijk 1740. 3 d. 4^o.

Gereformeerde willekeuren en stadsrechten van Harderwijk. Harderw. 1734. 4^o.

Kortbondig ondersoek en berigt dienende tot een regtelijk bewijs, dat de hedendaagsche samenkomsten ende oeffeningen van de zoogenaamde feynen, ongeoorlooft zijn. Harderwijk 8^o. 3^de druk. Amst. 1741. 8^o.

Zie Bouman, Gesch. d. Gel. d. Hooges., D. II. bl. 195; J.J. van Hasselt, Praef. Dissert. Jurid. de muliere praegnante mortua, p. 112; Sandbrink, de advocat. juribus ac doctrina, p. 90, 98, 124; Kobus en de Rivecourt; Abcoude, Naamr., bl. 326, Aanh., bl. 261; mr. Bodel Nijenhuis, Topogr. lijst, bl. 73.