Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Reinoud III]REINOUD III, hertog van Gelderland en graaf van Zutphen, werd den 13 Mei 1332 geboren.Ga naar voetnoot(1) Toen zijn vader overleed had hij naauwelijks den ouderdom van elf jaren bereikt. Ofschoon zijne moeder regt had op de voogdij over hem, zoo werd haar zulks echter betwist, tot dat de steden van Gelre en Zutphen zich verbonden, den jongen Reinoud voor hun wettigen heer te erkennen en elkander tegen elk en geweld onregt te beschermen. Bij dit verbond voegden zich edelen, ridders en knapen en vormden een landraad, die het beheer der openbare zaken voerde, aan welks hoofd Jan van Valkenburg stond, terwijl Eleonora het gezag handhaafde op naam van haren zoon. Naauwelijks was echter Reinoud zijn twaalfde jaar ingetreden of hij aanvaardde zelf het gebied en werd plegtig als landvorst gehuldigd. Weldra werd hij echter in den oorlog tusschen Philips van Valois en Eduard gewikkeld. Deze zocht den voorgenomen echt van zijn neef met Maria van Brabant te beletten en lokte hem, door bemiddeling der hertoginne-weduwe, in zijne legerplaats voor Calais. Hij vertrok derwaarts in het laatst van 1346, doch oogenblikkelijk barstte in het nu van zijn hoofd ontbloot gewest het twistvuur wederom uit. Ja sommige grooten, aangevoerd door heer Dirk van Meurs, kantten zich tegen het regtmatig gezag aan, overvielen uit hunne versterkte sloten en kasteelen het omliggende land dat zij met roof en moord vervulden. Reinoud wilde zich te Calais niet naar den wil van den koning schikken, en daar hij wantrouwen tegen hem opvatten, ging hij, in plaats van naar Gelderland weder te keeren, naar Antwerpen om zijn huwelijk met Maria van Brabant te voltrekken (1 Julij 1347), voor hetwelk de koning van Frankrijk de pauselijke bekrachtiging had verkregen, wijl zij elkander in den 3den graad van maagschap bestonden. Weldra had hij gelegenheid om zich aan de zijde van zijn schoonvader, voor de eerstemaal op het oorlogsveld te vertoonen, werd op 15 jarigen leeftijd, op het slagveld tusschen Hannt en Walef tot ridder geslagen. | |
[pagina 215]
| |
Na het verdrag keerde hij naar Gelderland terug. Toen de oude vete tusschen de beide geslachten Heeckeren en Bronckhorst was losgebarsten, eene vete die Gelderland en Kleef jaren lang deerlijk teisterde en stroomen bloeds deed vloeijen, koos Reinoud de zijde der Bronckhorsten, terwijl zijne moeder Eleonora en zijn broeder Eduard zich aan die der Heeckerens schaarden. Zulks had een broedertwist ten gevolge, die nu en dan wel werd bijgelegd, maar daarna des te heviger ontstak. Eindelijk werd er den 21 December 1353 een bestand gesloten, waarbij Reinoud het hertogdom Gelre en graafschap Zutphen overgaf en opdroeg aan zijn broeder en hem daarvoor tot stedehouder of landvoogd (overste meister ende berichter) aanstelde, om beide in zijnen naam tot kersmis over 7 jaren te besturen. Hij zelf zou echter den titel en rang van hertog blijven behouden en 12 duizend kleine ponden 's jaars tot onderhoud genieten. Doch welhaast had deze berouw over zijn afstand, trachtte het verloren gezag te herwinnen en op nieuw met nog heviger woede ontbrandde het oorlogsvuur. Na zich wederzijds herhaaldelijk verbonden en die verbonden wederom verbroken te hebben, was Reinoud den 28 Mei 1361 genoodzaakt het bewind aan zijn broeder af te staan. Hij zelf werd eerst op den burg te Rozendaal in bewaring gesteld, en denkelijk, na 1364, overgevoerd naar Nijenbeek, een slot mede op de Veluwe in een waard aan den IJssel, niet ver van het dorp Voorst. Terwijl hij een natuurlijken aanleg tot zwaarlijvigheid had, nam, ten gevolge der langdurige werkeloosheid en het volslagen gebrek aan beweging, zijn ligchaam zóó in omvang toe, dat hij daarin twee gewone menschen overtrof. Hij werd daarom zonder slot of grendel, bewaard in een vertrek, van hetwelk de vernaauwde ingang, slechts groot genoeg om iemand van tengere gestalte door te laten, hem alleen de ontsnapping mogelijk maakte. Den 22 Aug. 1371 werd Eduard bij Baesweller, in een krijg tusschen Gulik en Brabant, door Herman van Leers met een pijl of ander wapentuig doodelijk gewond, en Reinoud uit den kerker, waarin hij tien jaren was opgesloten, verlost en op den hertogelijken troon hersteld. Doch zijne gezondheid was te Nijenbeek geknakt. Hij overleed omstreeks drie maanden na zijne bevrijding, in den ouderdom van nog geen 39 jaren oud. Zijn overschot werd in de kerk van het klooster 's Gravenstein ter aarde besteld. Met hen werden, naar ridderlijk gebruik, schild en helm van Gelre begraven, want ook hij liet bij zijn echtgenoote geen kinderen na, Met hem eindigde het eerste stamhuis der vorsten van Gelre en het bewind ging over in dat van Gulik. Zijn weduwe overleed den 1 Maart 1399 te Turnhout.
Zie Pontani, Hist. p. 224, 251, Keulsche Kron. fol. 256; Slichtenhorst, Geld. Ges.; van Mieris, Charterb, D. II. | |
[pagina 216]
| |
bl. 577 en in van Spaen, Hist. D. I. bl. 486; Butkens, Trophées de Brabant. T. I. p. 434-436. Chron. Tiel. p. 346, 361, enz.; van Hasselt, Geld. Oudh. D. I. bl. 261. Dez. Rosendaal. bl. 40. Dez. Kron. v. Arnhem; Wagenaar, Vad. Hist.; Ceresier, Bilderdijk, Arend, Nyhoff, Gedenkw. D. III; Kobus en de Rivecourt. |
|