[Jakob Pauw]
PAUW (Jakob), geboren in het begin der XVIIde eeuw, was zoon van Jakob, ridder en drossaart van Liesveld en van Emerentia Rooseboom. Reeds vroegtijdig diende hij den lande ter zee. In 1666 was hij kapitein van het schip Staveren, van 46 stukken, toebehoorende aan de O.I. Compagnie, en veroverde daarmede in den vierdaagsche zeeslag met bijzondere dapperheid op de Engelschen twee oorlogschepen, genaamd de Essex en de Bul. Tot belooning van deze daad werd hij tot kommandeur aangesteld en kreeg als zoodanig bevel over het door hem genomen schip de Essex, een fraai fregat, voerende 58 stukken, waarmede hij in 1667 onder het Eskader van de Ruijter tegen de Engelschen streed.
Zie Brandt, Leven van de Ruijter, p. 492, 595; Aitzema, Saken van Staat, Dl. V, p. 697, 710, Dl. VI, p. 115, 123, 125; De Jonge, Gesch. v.h. Nederl. Zeewezen. Dl. II, Stuk 2, p. 257. Familieaant.