quum solemnis Discapulorun in Schola Latina cetebraretur promotio in Bibl. Hag. Cl. V. p. 149 seqq.
Disquisitio unde, matata in sanguinem iussu Dei omni Aegyptiorum aqua, nanoisci aquam Magi potuerint, quam et ipsi in sanguinem mutarint ad Exodi VII:17. Pars prior in Symb. Lat. Hag. Hagae com. 1778 Cl. 1 fasc. II Pars. posterior. Ibid. fasc. III p. 469 s.
Redevoering betogende dat de stelling van Ptolomeus aangaande het loopen der zonne strijdig is tegen de schrift, of dat men de stelling verkeerdlijk tracht te bewijzen uit Josua X:12, 13. 's Hage 1779 8o.
Onderzoek van waar de tooveraars van Pharao water hebben kunnen bekomen om hetselve in bloed te veranderen. 's Hage 1779 8o.
Na zijn dood verschenen:
Noctes Haganae, sive observationes, in quibus multi veteres scriptores illustrantur. Francq. 1780 4o.
Hij stelde dit werk in slaaplooze nachten ten gevolge van het gebruik van het laudanum Sydenhami op en gaf het in 90jarigen ouderdom, op raad van Janus Grotius, advocaat te 's Hage, in het licht.
Zie Bibl. Crit. p. VII p. 91 seqq.; Saxe, Onom. p. VI p. 498; Arrenberg, Naaml. p. 398; Dict. Univ. i.v. Poot, Gedicht. D. II bl. 435; Slichtenhorst, Tooneel. van Gelderl. bl. 38.