[Jacob Ouwejans]
OUWEJANS (Jacob) geboren te Zaandam, waar hij het leeraarsambt bij de Doopsgezinden bekleed heeft. Van daar vertrok hij naar Dantzig, waar hij beroepen was. Toen hij in 1741 tot de volle bediening bevestigd was, waren in die gemeente verdeeldheden ontstaan welke hij mogt bijleggen. Hij bleef daar slechts zes maanden en aanvaarde toen de dienst te Rotterdam. Hij was een ijverig voorstander van de gevoelens der Zonisten.
Hij gaf in het licht:
Lykrede op prins Willem IV. Rott. 1752.
XI Leerredenen over het verloren schaap, den verloren penning en den verloren Zoon. Rotl. 1761.
Simons tempelvrcugd ter gelegenheit der inwijding van de nieuw herbouwde Mennoniten kerk te Rotterdam. Rott. 1775.
Zie Blaupot ten Cate, Geschied. der Doopsgez. in Holland D. II bl. 185; Glasius, Godgel. Nederl.; Arrenberg, Naamr. bl. 398; Adelung en Rotermund.