[Nicolaas Mutsaerts]
MUTSAERTS (Nicolaas) te Tilburg geboren, studeerde te Tongerloo, werd in 1573 pastoor in zijne geboortestad, en had tijdens zijne bediening veel van het protestantsche krijgsvolk, dat hem in den kerker wierp, te leiden. In 1590 werd hij tot pastoor van Tongerloo verkozen. Daar de benoeming des konings van Spanje, die, volgens gebruik, de keus moest bekrachtigen, tot den 12 Augustus 1592 was uitgesteld, werd Mutsaerts eerst den 20 October van dit jaar, door den prelaat van Park, Franciscus van Vlierden, in zijne waardigheid van prelaat bevestigd. Deze plegtigheid had te Brussel plaats, en werd den volgenden dag door zijne wijding gevolgd, die in het maagden-klooster van de H. Elisabeth, in dezelfde stad, in het bijwezen van den prelaat van Park en van die der abdijen Averbode, Heylissem en Diligem, door Levinus van Beeken, bisschop van Antwerpen, werd verrigt. Mutsaerts toonde veel ijver voor de belangen der abdij, liet hare vervallen goederen verbeteren en bevorderde het geestelijke onderwijs bij zijn onderhoorigen. Niet alleen nam bij in 1595 deel in het godgeleerde collegie, dat eenige prelaten der orde van Premonstreit in 1571 aan de universiteit te Leuven tot stand bragten, en beijverde zich de abdij van bekwame leeraars te voorzien.
In 1603 was Mutsaerts genoodzaakt de vlugt te nemen, ten einde zich tegen de vervolgingen van het krijgsvolk in veiligheid te stellen.
Hij vestigde zich te Herlaer, waar hij een geruimen tijd zijn verblijf hield, doch zorgde dat hem in hetzelfde jaar een medehelper werd toegevoegd. Nadat hij in 1607 aan de provinciale kerkvergadering van Mechelen en in 1608 aan de wijding van den prelaat van Berne had deel genomen, overleed hij den 21 November, in den ouderdom van 78 jaren.
Zie van Gils en Coppens, N. Beschrijv. van 's Bosch, D. V. bl. 257, 258.