Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Tweede stuk

[Esdras Heinrich Muzenbecher]

MUZENBECHER (Esdras Heinrich) te Hamburg in 1744 geboren, was akademieprediker te Göttingen, tot hij, op aanbeveling van den abt Jeruzalem, te Brunswijk, in 1773 als predikant der Luthersche gemeente te 's Gravenhage werd beroepen. Den 28 November 1780 beriep hem de kerkenraad te Amsterdam. Hij werd met twee zijner ambtgenooten van onregtzinnigheid beschuldigd; doch vertrok in 1789 als generaal superintendent naar Oldenburg. De kerkeraad zijner gemeente schonk hem bij die gelegenheid een fraaije zilveren thee-vaas, welke op een

[p. 1190]

folio-blad is afgebeeld. Hij was een welsprekend leeraar en gaf in het licht:

Specimen Illustrationum variorum N.T. locorum ex B. Bielii Thesauro Philologico seu Lexico in LXX et aliis veteris Testamenti interpretis in Symbolae litter. Haganae Cl. II.

Drey Predigten 1780.

Predikatie ter gedachtenisse van den Weleerw. en Zeer gel. Heer Jan Hendrik Vorstius, gehouden in de Nieuwe kerk te Amsterdam, op den 26 April 1783.

Zie Domela Nieuwenhuis, Geschied. d. Ev. Luth. Gemeente te 's Gravenhage bl. 62; Dez Geschied. d. Amsterd. Luth. Gem. bl. 168 vlgg.; Dez. en Schultz Jacobi, Bijdrag. tot de Gesch. d. Ev. Luth. Kerk D. VII bl. 122 volgg.