Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk

[Jean de la Mère de Dieu]

MÈRE DE DIEU (Jean de la), omstreeks 1578 te Madrid geboren, trad in de orde der ongeschoeide karmelieten en werd door zijne oversten naar de Nederlanden gezonden, wanneer omstreeks 1609 deze orde zich aldaar vestigde. Hij bekleedde er belangrijke betrekkingen bij, was prior van verschillende huizen, definitor, en in 1622, 1646, 1652, 1658 en 1665 provintiaal. Ook was hij koninklijke prediker te Brussel, vervolgens biechtvader van den kardinaal Ferdinand van Oostenrijk, aartsbisschop van Toledo en gouverneur der Nederlanden. In 1656 vergezelde hij koningin Christina naar Rome, en predikte, bij gelegenheid dat deze vorstin tot de R.C. kerk overging. Hij overleed 3 Julij 1673 te Brussel, en schreef:

Sermon en las honras de la Serenissima Señora, D. Isabel Clara Eugenia, Infanta de España, que celebraron todos sus Criados en su Cofradia y hermandad de el glorioso S. Ilefonso

[p. 628]

que la tienen en la Iglesia de Santjago, por otro nombre Cobergas, junto a Palacio; predicado por el Padre Fray Juan de la Madre de Dios, Prior de los Carmelitas Descalços de esta villa de Brusselas, en presencia de todos los Señores, Grandes y Damas de la Corte, a los [...] de Março 1634,: y dedicado al ser. Sennor Infante D. Fernando, Cardenal y Arçobispo de Toledo etc. En Brusselas 1634. 4^o.

Een andere lijkrede, in dezelfde taal, door hem gehouden bij de begrafenisplegtigheid van Charles Philippe de Croy, Duc d'Havrech, Marq. de Renti etc. verscheen Bruxell. 1642. 4^o.

Zie Martialis à S. Jo. Bapt. p. 248, 249; Cosmas de Villiers, T. II. p. 55; Paquot, Mém. T. III. p. 47.