Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk

[Pieter Meganch]

MEGANCH (Pieter), of Petrus Megangus, volgens Valerius Andreas van Ninove, doch, volgens Sweertius naar Jacques Marchant van Comines. Hij opende in de eerstgemelde plaats in de XVI^e eeuw eene school, waarin hij de Latijnsche en Grieksche talen onderwees. Later bestuurde hij andere scholen, zoo als te Comines en eindelijk te Rijssel, waar hij om 1578 in hoogen ouderdom overleed. Hij beoefende de Latijnsche poëzij en was de vriend der dichters Jerôme du Mortier, Franciscus Haemus en N. Lobel, kanunnik te Rijssel.

Hij gaf in het licht:

Grammatica, in carmen et tabulas graphicè concinnata. Paris. 1549. 4^o.

Syntaxis, tam in carmen quam in tabellas contracta. Ibid. 1549. 4^o.

Zie Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 748; Foppens, Bibl. Belg. T. II. p. 992; Sweertii, Ath. Belg. p. 624; Paquot, Mém. T. II. p. 228; Hier. du Mortier, Carm. p, 26, 27, 96, 97; Fr. Haemi, Poëm. p. 107, 108.