Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk
(1869)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 533]
| |
vestigde zich te Weenen in de tweede helft der 17e eeuw. Verder is niets van dezen schilder bekend. Nagler's berigt, dat hij in 1660 te Weenen geroepen, aldaar in 1730 nog werkzaam zou geweest zijn, is waarschijnlijk onjuist. Hij teekende zich onder zijn schilderijen verkort Meg. Kramm vermeldt van hem zes stuks geëtste Bergachtige landschappen, in kl. 4o.
Zie Immerzeel, Lev. en werk. d. Holl. en Vl. Kunsts. D. II. bl. 211; Kramm, Lev. en werk. d. Holl. en Vl. Kunsts. D. IV. bl. 1094. |
|