Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk

[Anna van Meetkercke]

MEETKERCKE (Anna van), vrouw van Coudette, dochter van den vorigen. Volgens Paquot maande haar vader haar in een door hem nagelaten gedenkschrift aan, naar Brugge en tot de R.C. kerk terug te keeren.

In dit gedenkschrift zou hij ook de R.C. godsdienst voor de eene ware hebben beleden. Hij behoorde echter tot de protestantsche kerk, 't geen ook zijn grafschrift bevestigt. Zij volgde haars vaders raad, keerde naar Brugge terug, beleed daar de R.C. godsdienst, leidde tot haar dood toe een gods-

[p. 531]

dienstig leven en werd begraven in de kerk der arme Clarissen aldaar in het graf van Jean de Cerf, heer van Hagendoorn en van zijne vrouw, Cornelia van Maulde, weduwe van Jakob van Meetkercke, ridder, heer van Marck en burgemeester van het vrije Brugge. Zij was weduwe van Paul Knibbe, raad van den koning van Denemarken.

Zie Paquot, Mém. T. III. p. 619.