[Jan Willem Marme]
MARME (Jan Willem), broeder van den voorgaande, die hem als stempelsnijder der Utrechtsch provinciaal munt opvolgde en den 6 Februarij 1764 den eed aflegde.
In 1814 werd hij, in ver gevorderden ouderdom, koster van de Domkerk te Utrecht, welke betrekking hij tot zijn dood, in 1826, waarnam. Hij had eene belangrijke verzameling munten, penningen en zeldzaamheden, die na zijn dood is verkocht; hij bleef ongehuwd, en liet twee bij hem inwonende, zeer oude zusters na, die kort na zijn dood zijn overleden.
Zie Kramm, Lev. en werk. d. Holl. en Vl. Kunstsch. D. III. bl. 1063; Dr. Wap, in Astrea, 1854, bl. 216; Verv. op van Loon, St. V. pl. XXXVI. No. 404.