[Leonardus Marius]
MARIUS (Leonardus) of, gelijk Goudhoeven hem noemt, Nicolaes Leonardi Marius, ook Goesanus genoemd, te Goes in 1588 geboren, en daarom ook meermalen naar deze zijne geboorteplaats L. Marius van der Goes genoemd, werd doctor in de godgeleerdheid, hoogleeraar en president van de Hollandsche kweekschool te Keulen. Van daar werd hij tot pastoor van de oude zijde en overste van 't Bagijnhof te Amsterdam beroepen, ook was hij deken en vicaris van Haarlem. Hij was een welsprekend man, bedreven in de H. Schrift, uitmuntende in kennis van de Grieksche en Hebreeuwsche talen en een voortreffelijk godgeleerde, naarstig in zijn beroep, zoodat er geen dag voorbij ging, waarop hij niet, hetzij in zijn huiskapel, hetzij elders in de stad, predikte. Zijn zinspreuk was: fortiter sed suaviter. Jacob Ouzeel, weleer gereformeerd proponent, Bartholdus Nehusius, vroeger Luthersch predikant, en (volgens sommigen) Joost van de Vondel zijn door hem tot de gemeenschap der Roomsche kerk overgebragt. Hij overleed den 18 October 1652 in den ouderdom van 64 jaren te Amsterdam. Vondel vervaardigde op hem een lijkdicht, grafschrift, en deze regels onder zijn afbeeldsel:
‘Dus stichtte Marius, by monde en by geschrift,
Geleerde en ongeleerde, uit Goddelyke drift.
Nu zwyght de mont: nu geeft de pen geen gouden int
Zyn schriften toonen u zyn levendighste print.’
Zijn schoon gelaat is tweemalen door Th. Matham, en eens door C. Gousbloem gesneden, allen in folio.
Hij schreef:
Commentarius in Pentateuchum. Col. 1621. fol.
Hierarchiae Ecclesiasticae Catholica assertio. Col. 1619, ter verdediging van het primaatschap van den Roomschen stoel tegen de stelling van Marcus Antoni de Dominis, voorheen aartsbisschop van Spalato.
Annotationes in universam S. Scripturam, ongeveer XX deelen, vroeger in mss. in de Bibliotheek der Akademie van Leuven.
Daarenboven schreef hij meer andere stukken, geloofsverschillen betreffende, in het Nederduitsch, doch onder verdichte namen, zoo als een Catholyck antwoord tegen Simon Episcopius, Antv. 1641. 4o. door Johannes Bugaeus aangevangen, en
Amstelredams eer ende opcomen door de denckwaerdighe miraklen aldaer geschied aen ende door het H. Sacrament des Altaers, Anno 1345. T' Antwerpen (Amsterdam) by Hendrick Aertsens, 1639. Door Boetius à Bolswert,