[Margaretha van Bourgondie]
MARGARETHA VAN BOURGONDIE, oudste dochter van Philips de Stoute, hertog van Bourgondië en Margaretha, eenige dochter en erfgename van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen en Margaretha van Brabant, huwde in 1384 Willem van Beijeren, graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland, wier tweede gemalin zij was. Het huwelijk werd den 12 April te Kamerijk plegtig gevierd Zij ontving 200,000 franks tot huwelijksgift en eene douairie van 13000 franks rente. Na het overlijden van haren man, behield zij grooten invloed op hare dochter Jacoba, die in den aanvang van haar bewind de zaken bestuurde ‘Bi voorzienigen rade onser liever Vrouwen en Moeder en ons liefs Oems van Ludick’ gelijk zij zelve schreef. Zij poogde te vergeefsch de oneenigheden tusschen hare dochter en Jan van Brabant bij te leggen, en na de echtscheiding schijnt zij het vertrek der eerste naar Engeland begunstigd te hebben, en maanden na hare terugkomst de Henegouwsche steden aan haar en haren gemaal, den hertog van Glochester, te ontvangen (1423). In de daarop volgende veete tusschen Glochester, Jacoba en den hertog van Bourgondie, kwam zij, omtrent Wijnmaand 1424, met Jan van Beijeren overeen, dat Schoonhoven, welke stad aan haar verlijftegt was, in die veete, welke toen in Henegouwen, maar niet in Holland ontvlamd was, onzijdig zou blijven. Zij stierf in 1441.
Zie Pierre Balthasar, Généalogie et anciennes Descentes des Forestiers et Comte des Flandre, p. 104; Pontus Heuterus, Res Burgund., p. 45; Anon. Brab. p. 173, 174; De Barante, Hist. des ducs de Bourgogne, T. I. p. 184; van Mieris, Charterb. D. IV bl. 399, 400, 570, 740, 745; van Wijn op Wagenaar, Vad. Hist. D. III. bl. 84, 88, 93; Nalez. bl. 200; van Mieris, Ned. Vorst. D. I. bl. 14; Bilderdijk, Vad. Hist. D. IV.