geschied. inzonderheid in Nederland door de hoogleeraren Kist en Royaards bl. 392-403 opgenomen, behelst, nevens zijne Oratio panegyrica, gehouden bij gelegenheid van het tweede eeuwfeest der Franeker hoogeschool, dat onder zijn rectoraat gevierd is, Mangers laatste opentlijk werk. Met drie zijner ambtgenooten tot de patriottische partij behoorende ijverde hij in 1786 zóó voor deze, dat hij in groote onaangenaamheden met curatoren raakte, en met zijne drie ambtgenooten bedankte. Kort daarop werd hij lid der vroedschap te Franeker, waaruit hem de keering der zaken in 1787 wederom verwijderde. Sedert bragt hij zijn leven des zomers op zijn buitenverblijf te Veenwouden, des winters te Franeker door, waar hij den 30 November 1791. op zes en vijftig jarigen leeftijd overleed.
Hij was gehuwd met Elisabeth Gerdes, dochter van den beroemden Groninger hoogleeraar van dien naam.
Behalve de gemelde schriften is van hem uitgegeven:
Disputatio qua disquiritur, num solius rationis vi et quibus argumentis demonstrati possit non esse plures uno deos? fuerint ne unquam populi aut sapientes, que eius veritatis cognitionem sine revelationis divinae, ad ipsos propagatae subsidio habuerint in Operibus societatis Stolpianae de Theol. Nat. Vol. III. Lugd. 1780.
De heer G.H.M. Delprat gaf de Oratio de diversis remediis etc. met een voorwoord in het licht in het VII D. van het Nederl. Archief voor kerkel. geschied. door Kist en Royaards bl. 348-370.
Oratio penegyrica in auspicium seculi III Acad. Frisiae, quae Franequerae est jussu procerum in templo majori habita d. Sept. XXII 1785. Franeq. 1785.
De angelo Bethesdae commovente aquam ad illustrationem sensus spiritualis, commatis inprimis quarti Cap. V. Euangel. Johannis. Dissertatio in Miscell. Groningens. T. III. p. 173 seqq.
Zie Ypey, Gesch. d. Christ, Kerk in de XVIII eeuw, D. VIII. bl. 30, 70-75, 635; Kist en Royaards, t.a.p.; G. Bruining Herinneringen, Dordr. 1800 bl. 34 verv.; Glasius, Godgel. Nederl. o.h.w.; Aanhangsel op Nieuwenhuis Woordenb. o.h.w.; Kobus en de Rivecourt, Biogr. Handwoordenb. o.h.w.; Bibl. Hog. T. I. p. 610; Boekz. der gel. wereld, 1760 b. bl. 95, 512, 513; Arrenberg, Naamreg.; Cat. d. Maats. van Ned. Letterk. D. II. bl. 192.