Skanderburg Oct. 1616 zou hij onderhoud en transportkosten, en een kroon daags genieten. Hij moest naar de verschillende plaatsen gebragt worden, waar in den laatsten oorlog met Zweden iets belangrijks voorgevallen was, teekeningen van die omstreken vervaardigen en vervolgens de patronen voor de tapijten zamenstellen, voorstellende de onderscheidene gevechten, waarvan men hem eene beschrijving zou geven. De tapijten moesten als de beste van Spiering wezen. Hij moest 10 stuks in anderhalf jaar gereed hebben, en zou 17 rijksdaalders per el bekomen. Deze tapijten - de krooning des Konings - de stad Calmar - Witsoë - Elfsburg - het eiland Eland - Travemunde - Justburg - een gevecht bij Calmar - een soldaat op wacht voorstellende, waren in 1619 gereed naar genoegen des konings. Zij zijn nog aanwezig.
Hij overleed in 1623 te Delft. Zijne vrouw Cornelia van Rijswijke vertrok nog in hetzelfde jaar met haar broeder en geheele gezin naar Denemarken. De reden van dit vertrek bestond hierin dat een Hollandsch edelman N. Snoeckart, beslag had gelegd op een som van 8145 gulden welke de koning nog aan van Mander betalen moest, welk beslag eerst in 1628 werd opgeheven.
Zie Kramm, Lev. en werk. der Holl. en Vl. Schild. D. IV. bl. 1054; Dodt, Archief D. VII, bl. 83.