Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk
(1869)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 13]
| |
meente te Vlaardingen (1756), Waddingsveen (1759), Zegwaard en Zoetermeer (1760), Delft (1770), wederom te Zegwaard en Zoetermeer in 1777. Uithoofde van de politieke gebeurtenissen legde hij in 1787 zijn ambt neder, en overleed in 1804 te Alkmaar in hoogen ouderdom. Hij was een niet onbevallig en geestig dichter, blijkens zijne Gedichten, alle gelegenheidstukjes tot een gedachtenis voor zijne familie en vrienden aan de pers overgegeven. Voor het tooneel schreef hij, onder de zinspreuk: Kunst wordt door ijver aangekweekt. De opening van Apolloos Tempel, zinneb. voorspel, met zang en dans. Amst. 1773. Brief van een Rotterdamsch Heer over het openen van het Toneel, ald. 26 May 1773, wanneer de Amsterd. Acteurs en Actrices, onder direktie van J. Punt, begonnen zyn, met te vertoonen, de Opening van Apolloos Tempel enz. Rott. 27 May 1773 (get. N.N.). Het Juichende Nederland, zinneb. voorspel, met zang en dans, ter geleg. der gelukkige bevalling van H. Kon. Hoogh. Mevr. de Prinsesse van Oranje en Nassau, op den 15den van Sprokkelmaand 1774. Rott. 1774. De Maskerade, blsp. (n.h. Hgd. van Holberg.) Rott. 1777. n. pl. De Graaf van Olsbach, of de Belooning der Deugd, trsp. (n.h. Hgd van Brandes) Rott. 1778. Tot Middernacht, of List tegen List, blsp., gev. n.h. Fr. Guerre ouverte ou Ruse contre Ruse. Ald. 1791. De Man naar de Klok, blsp., gev. n.h. Hgd. Ald. 1792. De Wantrouwige, blsp. n.h. Hgd. van van Cronegk. Amst. 1794. Saint Far en Sophia of de onverwachte wedervinding, trsp., gedeeltelijk gev. naar eene Fransche Vertelling van De la Dexmerle. Amst. 1799, 82. Witsen Geysbeek, noemt deze vier laatste geestelijke tooneelstukken.
Zie Witsen Geysbeek, Biog. Anth. Crit. Woordenb. D. IV. bl. 286; Cat. der Maats. v. Ned. Letterk. D. I b. bl. 139, 263. |
|