selecta van J. van Voorst (2T 1827-1830); Polybii exempla Vaticana van J. Geel (1829); Theopompus van Wichers (1829); Ovidii Heroides, ed. W. Terpstra (1828); Historia critica Scholiastarum latinarum van W.H.D. Suringar (1884); diens uitg. van Rufi et Ciceronis epistolae mutuae; Archives de la maison d'Orange-Nassau, publiées par M. Groen van Prinsterer, 10 volumes, avec table des matières, par J.T. Bodel Nijenhuis (1835-1847); van Hengel, Comment. in Pauli epist. ad Philippenses (1838); Janssen, Inscriptiones etruscae, graecae et latinae musei Lugd. Bat. (1840-1842); Anecodota inedita Graeca, ed. F.Z. Ermerins (1840); Hippocratis libri quidam, ed. eodem (1841); Dionis Chrysostomi Olympikos van J. Geel (1840); A. Hecker, Comment. de anthologia Graeca (1843); J. Bake, Scolica hypomnemata 2 T. (1844); L.P.C. van den Bergh, Correspondance de la gouvernante des Pays-bas, Marguerite d'Autriche 2 T. (1845-1846); Gevers d'Endegeest, du dessèchement du lae de Harlem (fransch en neêrd.) (1845); Lettres et négociations de, Buzanval et d'Aerssens, par G.G. Vreede (1846); Annales Academiae Lugd. Bat. (1815-1837, 22 T.) en voorts vele Oostersche werken van
Hamaker en diens leerlingen Uylenbroek, Roorda, Juynboll, Weyers, Rutgers, Veth, Dozy en anderen: naar de handschriften in de bibliotheek der Leydsche hoogeschool uitgegeven. Daarenboven gaf deze boekhandel van Boerhave af tot op dezen tijd toe, onafgebroken werken over de geneeskunde, anatomie en de natuurlijke historie, gelijk ook een menigte wetenschappelijke werken in het Nederduitsch in het licht.
Onder de verdiensten der Luchtmansche onderneming moet vooral ook geteld worden een kostbare en goedkoope druk van den Nederduitschen bijbel, zoo in 4o. als in folio, waarvan duizenden verkocht zijn, van welke de letters, in navolging van den Hoogduitschen bijbel van den baron von Canstein, in het Weeshuis te Halle, lang voor dat men aan stereotypen dacht, ééns gezet zijnde, altijd staan bleven, waarin dus nimmer nieuwe drukfouten kwamen, en waaruit de vorige drukfouten van tijd tot tijd werden weggenomen. Nadat de letters baar scherpte verloren hadden, heeft men opgehouden nieuwe exemplaren te drukken.
Tegen het midden dezer eeuw ontbond zich de Luchtmansche boekhandel, nadat van 1848-1850 vier boekverkoopingen en eene van mss. gehouden waren. Zij had in 1850 167 jaren bestaan
Zie Die Büchhandler Familie Luchtmans; J. Thomas, Hist. of Print. in Amer. T. I p. 163, 164; Alg. Konst- en Letterb. 1812. 2o d. bl. 379, 1813. No. 3, D. I. bl. 36-38; J.A. Fabricii, Cent. Luther. P. II. p 622; (De 54ste dr van den Cansteinschen Bijbel, gr. 8o. verscheen in 1754) M. Camus, Hist. du Stéréotypage et du Polytypage, Paris, 1802. 8o. (waarin een brief, van 24 Junij 1801, van den Heer Luchtmans ‘libraire très connu à Leyde,