Vrijmoedige en ernstige verdediging van het werk Godsd. te Nieuwkerk, Gron. 1751. 4o.
Ger. Kuypers, Ja en Neen, Leid. 1751. 4o.
H. Kennedy, Nadere verdediging van het werk des H. Geestes te Nieuwkerk, Rott. 1751. 4o.
J. Groenewegen, Antwoord aan J.v.d. Honert, Gor. 1751. 4o.
G. Kuypers, Pleitrede teegen J.v.d. Honert, Amst. (1751).
Dezelfde, Tweede Pleitgeding, Utr. z.j. 4o.
H. Kennedy, Aanmerkingen tegen v.d. Honert. Rott. 1752.
Brieven geschreven aan de Wel-Edele Juffer N.N. met een aanhangsel, rakende de ongewone verandering en bekeering in de Gemeente te Aalten.
Een opregt verhaal en eene verdediging van het werk der overtuiging en bekeering van zondaren, voorgevallen in de Gemeente te Amsterdam in de jaren 1751 en 1752.
Bijbelsch Onderzoek ter ontdekking van de gestalte van beroerde en verslagene zielen door B. van Medenbach, pred. te Winkel.
Brief van Kuypers aan zijne ouders, in Ned. Jaarb. over het jaar 1751, bl. 157.
Kuypers schreef ook:
Neerlands licht uit duisternis, Leerr. over 2 Sam. XXII:29. Gron. 1783.
Het oogmerk der komst van den Zoon des menschen, Leerr. over Lucas XIX:10. Gron. 1786.
De Christen Patriot, Leerr. over Jerem. VIII:18-22. Gron. 1786.
Memoria Michaëlis Bertlingh. Gron. 1772.
Als prediker werd hij gaarne gehoord en als hoogleeraar paarde hij aan uitgebreide kennis eene ongewone gemakkelijkheid van mededeeling. De leer die hij verkondigde bragt hij in beoefening en leven. De beroemde H. Muntinghe was een zijner leerlingen.
Hij is tweemaal gehuwd geweest, eerst met Anna Catharina Huysinkvelt, waarbij hij een zoon Christ. Franc., hier boven vermeld, en eene dochter, Anna genoemd, verwekte, daarna met Josina Petronella Alberda, weduwe van Anthonius Ewald Sichterman, die hem overleefde, en waarbij hij geen kinderen had.
Hij stierf den 4den Junij 1798. Thuessink vermelde zijn lof in een Programma funérale.
Zie verder de artikelen: van den Honert, Schortinghuis en Fr. Kuypers; Register of Lijst van alle de tractaten, die tot heden toe over het werk der bekeering van Nieuwkerk, Aalten en andere plaatsen meer zijn geschreven door een liefhebber, Leiden