De Koningh vertoefde echter niet lang te Dordrecht, maar vertrok, na zijn huwelijk, met zijne echtgenoote weder naar Engeland. Na de herstelling van ons vaderland, kwam hij weder herwaarts, hield vervolgens zijn verblijf te Dordrecht, alwaar hij vele teekeningen en schilderijen vervaardigde, waarin hij proeven zijner bekwaamheid aan den dag legde.
De Koningh overleed te Dordrecht den 3den Junij 1849. Hij was lid der koninklijke Akademie van Beeldende kunsten te Amsterdam. Een zijner zonen volgt. Een ander, Leonard genaamd, is een verdienstelijk portretschilder en teekenaar op steen, terwijl zijne dochter schoone proeven geleverd heeft in het schilderen van bloemen en het vervaardigen van teekeningen in kleuren.
Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk. D. III. bl, 210-212, Aant. bl. 219, 220; Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Kramm, Lev. en Werkder Kunstsch.