Antwoorden op vier vragen van een paapsch priester aen een Remonstrantsch predikant, gestelt tot ontdeckinge van de voornaamste sophisteryen, waermede de Papisten omgaan om de eenvoudige te verstricken, en tot hare secte te trecken. Tot Rotterdam, 1640, 4o.
De volkomenheit en klaarheit van 't woordt Gods, vervat in de H. schriftuur in alle saken ter saligheit noodig, verdedigt tegen de tegenwerpingen der papisten, begrepen in 10 vragen, 's Hage 1641, 8o.
Bom-ijs van 't sacrament des autaers. Dat is: vertooninghe van de nietige redenen ende ydele uytvluchten, die Christianus Philalethes heeft weten te halen uyt de paepsche leeraers voor de leere van de Transsubstantiatie, t' Amst. 1642, 4o.
Zie Brandt, Hist der Ref., D. II. bl. 444-447, 703, 706, D. III bl. 333-336, 739, 798, 881, 917; Cattenburgh, Bibl. Rem., p. 96-99; Tideman, de Rem. Broed., bl. 17, 43, 47, 51, 92, 228, 278, 283, Dez, Histor. Overzigt van de catech. liter. der Rem., bl. 20-23; van der Hoeven, Tweede Eeuwfeest van het Seminarie der Rem., bl. 100; Chron. van het Hist. Genoots., D. IV. bl. 255; Kist en Royaards, Archief (1ste Série), D. V. bl. 118, D. VII. bl. 56, 103, 143, D. X. bl. 230, (2de Série) D. IV. bl. 15; Troost der Geloovigen in 't afsterven hunner vrienden, begrepen in verscheide brieven van geleerde mannen (Grotius, Bartaeus, Borrius, Episcopius, Geesteranus, Huttenus, Nullius, Poppius enz), Amst. 1695, 8o.; Muller, Cat. van Portr.