[Dr. Enoch Hutsinger]
HUTSINGER (Dr. Enoch) vroeger hoogleeraar te Rostock, bevond zich in 1643 te 's Hage, toen hij voor een jaar tot predikant bij de Luthersche gemeente aldaar werd aangenomen, onder voorwaarde dat hij goede getuigschriften van den hertog van Mecklenburg en de theologische faculteit te Rostock aangaande zijn leer en leven zou vertoonen; maar zijn getuigschrift was ‘zeer slecht en koud.’ Daar hij op vele plaatsen twist had verwekt en het ook hier beproefde, werd hem den 17 Mei 1644 de dienst opgezegd, waar tegen hij protesteerde; den 25 andermaal, waaraan hij zich niet stoorde, en den 9 December voor de derde maal en in de algemeene vergadering, toen de rijngraaf en andere aanzienlijken hem zijne gebreken onder het oog bragten. Daarna ontving hij voor notaris en getuigen een schriftelijk afscheid, maar hij scheurde het terstond in stukken en dagvaardde den kerkeraad. Zijne zaak werd onderzocht en het gevolg was het verbod om den predikstoel te betreden, zoodat hij zonder afscheidsrede den 23 Februarij 1645 vertrokken is.
Zie Pauw, Europ. Lutherdom, bl. 381; Domela Nieuwenhuis, Geschied. der Evang. Luth. Gemeente te 's Gravenhage, bl. 14, 15.