Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Tweede stuk
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 985]
| |
pronotarius apostolicus en bekleedde in 1621 en 1624 beide betrekkingen. Hij was een vlijtig beoefenaar der geschiedenis en vooral van de heraldie. Hij gaf in het licht: Dionysii Harduini Dissertatio de Nobilitate universim acquirendâ, augendâ, minuendâ, collendâ, Antv. 1621 4o., voorlooper van zijn werk De Nobilitate Flandricâ, dat echter niet is verschenen. Mémoires de Jean d'Hollander, Chanoine de sainte Wauldru sur la Révolte des Ganthois en l'an 1539, contre Charle V, Empereur des Romains, et Monarque des Espagnes, leur ligitime seigneur, écrits l'an 1547. Ex. ms. Bibliotheca D. Jo. B. Achil Godefroy, Directoris Camerae rationalis Insulensis, la Haye, 1747 4o. Dit werk wordt door Paquot aan Dionysius Harduinus toegeschreven. D. Hollander zou er slechts de vertaler van zijn geweest, doch zulks wordt betwijfeld door de Wind. Hoynck van Papendrecht heeft het ook uitgegeven in T. III. p. II. p. 239 seqq. van zijne Analicta met een Praefatio. d' Hollander liet nog in hands. na: Compendium, praecipuaque facta Abbatum Sancti Bavonis. De Vitis Praesidum Sanctioris Concilii in Belgio. De Vitis Praesidum Concilii Provincialis in Flandriâ. Deze 3 hands. zijn getrokken uit de nagelatene hands. van Denys Hardouin.
Zie Valerius Andreas, Bibl. Belg., p. 81; Paquot, Mémé pour servir à l'Hist. Litt. des Pays-Bas, T. VI. p. 385, T. VIII. p. 381; de Wind, Bibl. van Neêrl. Geschied., D. I. bl. 365, 578; van Kampen, Geschied. der Nederl. Letter. en Wetens., D. III. bl. 50. |
|