[Hildebrandus Goffredus]
GOFFREDUS (Hildebrandus) werd te Schingen in Menaldumadeel geboren, en ontving zijne wetenschappelijke opvoeding te Zwolle. Tijdens zijne afwezigheid waren niet alleen zijne ouders overleden, maar ook hunne bezittingen door de binnenlandsche oorlogen verwoest. Goffredus begaf zich vervolgens naar Keulen, en legde zich daar met vlijt op de studie der wijsbegeerte en godgeleerdheid toe. In Friesland teruggekeerd, werd hij Pastoor in het dorp Huizum bij Leeuwarden. Hier onderwees hij niet alleen zijne dorpsgenooten, maar bleef ook de wetenschappen beoefenen en verwierf zich niet alleen den naam van godgeleerde, maar ook van wiskunstenaar. Bij het meer en meer toenemen der twisten in Friesland verliet Goffredus zijne parochie, en begaf zich in het klooster van Aengwierum, waar hij zijne overige dagen in de beoefening der heilige schriften en letteren doorbragt, en omstreeks 1500 overleed. Hij schreef, behalve eenige door hem nagelatene handschriften:
Statuta Episcoporum Ultrajectinorum, Goudae 1484. 4o.
Zie Suffridus Petrus, de Scriptor. Fris. p. 124-127; Foppens, Bibl. Belg. p. 484; (van Heussen en van Rhijn) Oudh. van Friesl. bl. 371; Charterboek van Friesl. D. II, Voorrede, bl. 73.