[Petrus Godofredus Sprenger van Eyk]
EYK (Petrus Godofredus Sprenger van), zoon van Jacobus van Eyk, predikant te Schiedam, werd aldaar in 1751 geboren. Na het onderwijs eerst aan de Leidsche, vervolgens aan de Utrechtsche Hoogeschool genoten te hebben, werd hij in 1774 proponent en in hetzelfde jaar beroepen aan de Vuursche; van daar vertrok hij in 1776 naar den Bergschenhoek, in 1780 naar Sliedrecht en m 1781 naar Rotterdam, waar hij tot aan zijnen dood, die den 25sten Junij 1806 plaats vond, werkzaam was.
Van Eyk was gehuwd, eerst met Alida Quirina van Waalwijk, daarna met Geertruida Baelde, wed. Nahuys. Zijn zoon, Jacobus Petrus Sprenger van Eyk, emeritus predikant te Rotterdam, thans woonachtig te Oosterbeek bij Arnhem, is mede een verdienstelijk letterkundige.
Van Eyk was een sierlijk, keurig net, uitlegkundig en gemoedelijk prediker, ijverig als herder zijner gemeente, vriendelijk en aangenaam in verkeering, voorbeeldig en stichtelijk leeraar, zoo in leer als in leven. Bijzonder in de handhaving van de waarheid des christendoms maakte hij zich verdienstelijk. Toen zijn ambtgenoot Henrikus Husly Viervant naar Amsterdam vertrok, werd hem, in 1792, in diens plaats opgedragen het houden der acht leerredenen tegen Athëisten Deïsten, Joden, Heidenen of andere openbare tegensprekers van het christelijk geloof, welke leerredenen volgens de instelling van Walter Senserff bepaald moesten gehouden worden. Hij kweet zich met veel lofs van dien hem opgelegden