der proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam en door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen
Behalve de bovengenoemde redevoeringen en dichtstukken, alsmede verscheidene vertoogen en verhandelingen in den Konsten Letterbode, en in de Bibliothèque Universelle, zagen van hem afzonderlijk het licht
Iustitutiones physicae in usum auditorum, Lugd. Bat. 1800. 8o.
Verhandeling over de beginselen der differentiaal en integraal-rekening, Leid. 1803. 4o.
Carmen de natura, Lugd. Bat. 1810. 4o.
Verhandeling over het electro-magnetismus, Haarl. 1823. 8o. met eene afb.
Poëmata de Deo et in laudem geometriae, Harl. 1826. 8o.
Zie Nieuwe Algem. Konst- en Letterb. in 4o. D. VI. bl. 2, 121, D. VII. bl. 193, D. VIII. bl. 153, D. XII. bl. 49, 106, 1837. D. II. bl. 212; de Jong, Alph. lijst. van Boek.; van Kampen, Geschied. der Ned. Lett. en Wetensch. D. III. bl. 269-271; Siegenbeek, Geschied. der Leidsche. Hoogesch. D. I. bl. 444, D. II. Toev. en Bijl. bl. 239, 277.