DUSSEN (Adriaan van der), zoon van Jakob van der Dussen en Cornelia Duyst van Santen, maakte zich bij onderscheidene gelegenheden jegens het vaderland zeer verdienstelijk. Hij nam in 1607 deel aan den togt van Pieter Willemsz. Verhoeven naar Oost-Indië, handelde met de Bandanezen over den vrede, en werd in 1609 tot Gouverneur en Opper-koopman van de veroverde vesting Barneveld voor twee jaren aangesteld. In 1613 vertrok hij met Pieter van den Broecke andermaal naar Oost-Indië en overlaadde zich met roem, door het onder zijn bevel stormenderhand veroveren van het eiland Poelo Ay in April 1615. Zijn verder levenslot is ons onbekend. Door Hoogstraten wordt vermeld een Adriaan Jakobsz. van der Dussen, die van 1632 tot 1636 Schepen te Rotterdam was en ‘hoog presiderend Raad in Brasil.’ Welligt was deze dezelfde met bovengenoemde.
[pagina 410]
[p. 410]
Zie Hoogstraten, Woordenb. D. IV. bl. 220; Nederl. Reizen, D. VI. bl. 82, 91, D. VII. bl. 14; Teenstra, Beschr. van de Ned. Overz. bezitt. bl. 581, 603; Valentijn, Oud- en nieuw Oost-Indië. (Nicuwe uitgave) D. I. bl. 390, D. III. bl. 76-78.