[Adriaan van der Dussen]
DUSSEN (Adriaan van der), zoon van Arend van der Dussen en Margaretha van Wijk, werd den 18den Mei 1586 geboren en was gehuwd in 1620 met Johanna van Oldenbarnevelt, Weduwe van Willem Bisschop, dochter van Elias van Oldenbarnevelt. Pensionaris van Rotterdam en broeder des Advoeaats. Hij nam in 1622 deel aan den aanslag der zonen van Oldenbarnevelt op het leven van Prins Maurits. Met den heer van Stoutenburg ontkwam hij het gevaar, en bereikte met behulp van Spaansche krijgsknechten de stad Brussel, alwaar de Aartshertogin Isabella hem in hare bescherming nam. Hij werd bij verstek veroordeeld tot eeuwigdurende verbanning. Eerlang begaf hij zich van Brussel naar Duitschland, werwaarts zijne vrouw, die hem vier kinderen schonk, hem volgde. Hij werd in 1640 kolonel en krijgs-commissaris in keizerlijke dienst en overleed in 1653. Hij was Heer van Outinghuysen in Westfalen. Zijn zoon, Adriaan Jakob van der Dussen, was in 1672 kornet in staatsche dienst en stierf ongehuwd in 1673 te Brugge.
Zie Hoogstraten, Woordenb. D. X. bl. 129; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. X bl. 451, 465, 467; Kron. van het Hist. Gen. D. V. bl. 434, D. X. bl. 129; Vollenhoven en Schotel, Brieven van Maria van Reigersbergh, op het Regist.