Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 4
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 223]
| |
werd ook hij tot de beoefening der wetenschappen opgeleid. Nog jong zijnde, deed hij met zijne broeders Johan en George eene reis door Duitschland. Omstreeks 1604 huwde hij met Anna van Eussum, wier broeder Caspar, zoo als wij boven reeds zeiden, met Anna, de oudste zuster van Steven van der Does gehuwd was. Baudius noemt haar eene vrouw van een zeldzaam voorbeeld. Na den dood van zijnen vader in 1604, werd Steven van der Does Heer van Noordwijk, lid van de ridderschap en wegens deze tot gewoon Raad in den Hove van Holland benoemd, doende eed den 1sten Mei 1606. Als zoodanig werd hij in 1610, met drie raadsheeren uit den Hoogen Raad, gecommitteerd, om de geschillen te Alkmaar, door de godsdienst ontstaan, uit den weg te ruimen. Verder wordt zijn naam in de geschiedenis niet vermeld. Hij is waarschijnlijk in 1622 overleden, hebbende tot in 1621 het ambt van Raadsheer in den Hove van Holland met roem bekleed. Hij verwekte bij zijne genoemde gemalin eene dochter en drie zonen, waarvan Wigbold later volgt.
Zie van Leeuwen, Bat. Illust. p. 932; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. X. bl. 22; Siegenbeek, Laudatio Jani Dousae, p. 142. |
|